Politiek Beraad

Voor het bestrijden van de effecten van de coronacrisis is een stelpost van €256.500 beschikbaar. Voorgesteld wordt om hier de coronamiddelen die beschikbaar zijn gesteld bij de meicirculaire 2021 van €278.000 aan toe te voegen. De werkwijze over hoe deze middelen in te zetten is het afgelopen half jaar reeds afgestemd met de raad. De verantwoording over de inzet van de middelen wordt gegeven bij de tweede bestuursrapportage en bij de jaarstukken 2021.

Ouders/huishoudens met een feitelijk inkomen boven 120% van het sociaal minimum die in een WSNP of een minnelijke regelingstraject zitten, kunnen op dit moment geen gebruik maken van de regelingen uit het Sociaal Fonds (minimabeleid). Het werkelijk besteedbaar inkomen tijdens het 3 jarig WSNP of het minnelijke traject bedraagt echter 90% van het sociaal minimum omdat al het meerdere inkomen wordt gebruikt voor de afkoop van de schulden. Hierdoor dreigt voor deze groep een rechtsongelijkheid. Dit kan worden voorkomen voor deze doelgroep niet uit te gaan van het “feitelijk inkomen”, maar het “werkelijk besteedbaar inkomen” tijdens het schuldenregelingstraject en daarvoor in art 2 van de verordening een lid toe te voegen dat deze doelgroep tot de kring van rechthebbenden behoort.